Geledingen

Medezeggenschapsraad

Iedere school kent een medezeggenschapsraad met vertegenwoordigers van ouders en leerkrachten. De MR buigt zich over beslissingen op school- en stichtingsniveau. Beslissingen die te maken hebben met het onderwijs dat wordt gegeven of beslissingen dit te maken hebben met de school zelf.

MR-leden

MR-leden worden gekozen door de eigen achterban. Zij vertegenwoordigen dan ook de belangen van zowel de ouder als de leerkracht. Het gaat niet om het eigen belang maar om het schoolbelang. Je zou kunnen stellen dat je in de MR niet zomaar je zegje kunt doen maar meedenkt in het belang van allen.

Wie zitten er in de MR?

  • Corine van der Stouwe (ouder)
  • Petra Visser (ouder)
  • Sietze Greidanus (personeel)
  • Janien van der Meulen (personeel)

    MR de Trieme

Wat zijn de taken en bevoegdheden van de MR?

De Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) onderscheidt de volgende bevoegdheden of rechten:

1. Informatierecht

Het informatierecht houdt in dat het bevoegd gezag (bestuur, bovenschools management en directie) de MR alle inlichtingen, die hij/zij voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft, tijdig verstrekt. Het bevoegd gezag moet dit ongevraagd doen, maar moet ook op verzoeken van de MR ingaan.

2. Instemmingsrecht

Het instemmingsrecht wil zeggen dat voor bepaalde in het reglement van de MR genoemde besluiten het bevoegd gezag vooraf de instemming van de MR nodig heeft. Het bevoegd gezag mag het besluit niet uitvoeren als deze instemming ontbreekt. Dat betreft o.a. een schoolbegroting, e.a.

3. Adviesrecht

Bij het adviesrecht gaat het er om, dat bij een aantal in het reglement vastgelegde aangelegenheden het bevoegd gezag advies moet vragen aan de MR. Bijvoorbeeld over fusieplannen of over het aanstellen van een nieuwe directeur. Het bevoegd gezag mag een advies beargumenteerd naast zich neerleggen.

4. Initiatiefrecht

Het initiatiefrecht betekent dat de MR bevoegd is tot bespreking van alle aangelegenheden die de school betreffen. Bovendien mag de MR daarover aan het bevoegd gezag voorstellen doen en standpunten kenbaar maken.